Angelo Carlo Marcus Elizabeth

Dit interview is gemodereerd door Shaquille Shaniqua Joy.

Wie ben je en wat vind je het leukste aan je werk?

Ik heb een hele lange naam, Angelo Carlo Marcus Elizabeth, en ik ben modeontwerper, maar ik doe ook meer dan dat. Ik zie mezelf als een soort kameleon van de kunsten omdat ik niet alleen kleding en handtassen ontwerp, maar ook mijn eigen parfum en vele andere dingen maak. Als klein kind schetste ik al de planten in de tuin. Het zit in mijn DNA want mijn familie is heel creatief. Wat ik het leukst vind aan wat ik doe, is de mogelijkheid om mijn creativiteit te uiten en verhalen te vertellen via mode. Het is een krachtig medium om een bepaalde boodschap uit te dragen, emoties op te roepen en een band te creëren met mensen met verschillende achtergronden. Ik doe veel onderzoek voordat ik iets ga ontwerpen en meestal zit daar een persoonlijk verhaal bij. Ik werk bijvoorbeeld veel met touwtjes in mijn ontwerpen. De shirts hebben touwtjes aan de achterkant omdat ik een moeilijke jeugd heb gehad en nu dingen weer in elkaar zet. Het touwtje staat symbool voor dingen weer aan elkaar vastknopen. Ik ben al dertien jaar niet meer terug geweest naar Curaçao en twee jaar geleden besloot ik om, met steun, terug te gaan en al die plaatsen waar ik een slechte herinnering aan had, te bezoeken om nieuwe herinneringen te creëren.

 

Welke rol speelt duurzaamheid binnen jouw werk en praktijk?

Duurzaamheid gaat voor mij verder dan milieuoverwegingen. In mijn werk betekent duurzaamheid het omarmen van ethische praktijken, het bevorderen van inclusiviteit en het waarderen van het culturele erfgoed van verschillende gemeenschappen. Het gaat om het gebruik van verantwoorde materialen, het toepassen van eerlijke arbeidspraktijken en het vieren van diversiteit in mijn ontwerpen. Ik streef ernaar om tijdloze stukken te creëren die trends overstijgen en bijdragen aan een meer bewuste en empathische mode-industrie. Voordat ik met een nieuwe leverancier ga werken, controleer ik altijd hun certificeringen, fabriekscode en (missie)verklaringen. Ik wil er zeker van zijn dat mijn producten in alle opzichten duurzaam zijn.

 

De nieuwe tentoonstelling in Fashion for Good heet Knowing Cotton Otherwise. Kun je ons meer vertellen over jouw bijdrage aan deze tentoonstelling en hoe je proces eruitzag?

Mijn bijdrage is de installatie “The Guardian’s Garden: a Textile Tale”. Ik vond het heel belangrijk om de verhalen achter katoen te vertellen. Via deze installatie verken ik de geschiedenis van katoen, zijn complexe relatie met slavernij en de veerkracht van zwarte vrouwen. Ik kwam het verhaal van Virginia Dementricia tegen en het klikte meteen. Haar geest riep me en ik wist dat dit het verhaal was dat ik met deze collectie wilde vertellen. Ik verwerkte elementen uit mijn Caribische erfgoed en herinneringen aan Curaçao in de installatie, waardoor het een symbolische betekenis kreeg. Ik vond een kunstwerk van Vanessa Paulina, die me heeft geïnspireerd, en dat heb ik gebruikt als silhouet voor de collectie.

Het proces was een diep persoonlijke en introspectieve reis. Ik wilde benadrukken dat er een complex verhaal achter katoen zit. Ik ben naar The Black Archives geweest en ook terug naar Curaçao. Het was heel zwaar, heel emotioneel, en ik heb veel geleerd over mijn erfgoed. Mijn overgrootvader had een textielwinkel, wat ik niet wist, en hij verkocht pakken voor mannen. Nu begrijp ik waarom al mijn tantes hun eigen kleren kunnen maken. Mijn familie vertelt alleen iets als je ernaar vraagt, dus ik ben heel dankbaar dat ik terug ben gegaan om deze gesprekken te voeren en ik heb veel over mezelf geleerd. Voor het hoofdonderdeel van de installatie, de blouse met open rug, heb ik uitgebreid onderzoek gedaan, historische archieven doorgespit en verbinding gevonden met de verhalen van mijn voorouders. Het ging erom deze verhalen te vertalen naar een visuele voorstelling, materialen met opzet te kiezen en elk element van de installatie heel precies te bewerken. Als kind was ik vaak buiten vanwege het weer. Ik zat altijd op een tafel naast de waslijnen waar we onze kleren ophingen om ze te laten drogen. Ik maakte mijn huiswerk, ik schetste en het was als mijn eigen bubbel, mijn plekje, mijn veilige ruimte. Dat heb ik in het museum nagebootst. Het is de tuin van mijn grootmoeder, Selma, die toen mijn voogd was.

 

Je grootmoeder en Virginia Dementricia inspireerden je werk. Waarom is het belangrijk voor je om de verhalen van zwarte vrouwen te benadrukken? 

Mijn grootmoeder en Virginia Dementricia hebben prachtige verhalen die mij hebben gevormd tot wie ik nu ben. Ik eer de kracht, veerkracht en verdiensten van Zwarte vrouwen door de geschiedenis heen. Het is essentieel om een stem te geven aan deze vrouwen, die vaak over het hoofd worden gezien of gemarginaliseerd worden. Met mijn werk wil ik tegengeluid bieden aan de dominante perspectieven en schoonheid en kracht herdefiniëren door de diversiteit en rijkdom van Zwarte ervaringen te vieren. Door deze verhalen te delen hoop ik anderen te inspireren, een dialoog aan te gaan en een meer inclusieve en rechtvaardige wereld te creëren. Mensen zoals Virginia Dementricia zijn iconen aan het worden, vooral voor vrouwen die protesteren, omdat ze een rebelse geest had en vocht voor haar overtuigingen. Toen ik op Curaçao woonde, voelde ik me anders en moest ik naar Nederland verhuizen om mezelf te zijn en vrijheid te vinden. Zij inspireerde me.

 

Wat hoop je dat bezoekers onthouden na het zien van je werk in het museum?

Ik hoop dat het verhaal hen raakt en dat mijn werk op meerdere niveaus weerklank vindt bij bezoekers. Ik wil dat ze een emotionele connectie ervaren, zich geïnspireerd voelen en nadenken over de verhalen en geschiedenissen die in de textielen besloten liggen. Ik hoop dat ze een beter begrip krijgen van de collectieve kracht van gemarginaliseerde gemeenschappen en het belang van het erkennen en vieren van hun bijdragen. Uiteindelijk hoop ik dat mijn werk gesprekken op gang brengt, bewustzijn creëert en bijdraagt aan een meer inclusieve en empathische samenleving.

 

In de tentoonstelling staan collectiviteit en gemeenschap centraal. Waarom is een op collectiviteit gerichte mentaliteit voor jou belangrijk?

Ik ben opgegroeid bij mijn oma, die dertien kinderen had. Ik voel me echt thuis als er veel mensen om me heen zijn. Daarom wil ik een gemeenschap creëren voor mensen die niet gezien of niet gehoord worden, zoals ikzelf heb ervaren. Als een Zwarte Caraïbische persoon (uit Curaçao) had ik toen ik opgroeide geen enkel voorbeeld in de mode-industrie. Hopelijk komen mensen samen, lezen ze het verhaal en proberen ze opener en begripvoller naar elkaar toe te zijn, want iedereen heeft een verhaal en ik denk dat we dat meer met elkaar moeten delen. Een gemeenschapsgerichte mentaliteit en het streven naar collectiviteit maken essentieel deel uit van mijn werk en waarden. Ik geloof dat samenwerking en inclusiviteit innovatief denken bevorderen en een sterkere, meer ondersteunende omgeving creëren. Door collectief te werken kunnen we bestaande normen uitdagen, kloven overbruggen en gemarginaliseerde stemmen versterken. Het is door collectieve inspanningen dat we positieve verandering en een rechtvaardigere en duurzamere mode-industrie kunnen creëren.

Conversation for Good