NEDERLANDESE INNOVATORS

Wist je dat ook hier in Nederland grensverleggende innovaties worden ontwikkeld? Voor onze GROW tentoonstelling hebben we samen met Dutch Circular Textile Valley inspirerende innovators geselecteerd die bijdragen aan een circulaire mode-industrie.

Dutch Circular Textile Valley werkt aan het creëren van een circulaire textielketen om de milieu-impact te verminderen. DCTV ondersteunt Nederlandse innovators en andere belanghebbenden door samenwerking en kennisuitwisseling op gang te brengen door middel van workshops en netwerksessies. De focus ligt op het voorkomen en verminderen van textielafval en vezels binnen Nederland. Het initiatief is een samenwerking van ABN Amro, Circle Economy, Fashion for Good, het Groene Brein, Modint en MVO Nederland.

ENSCHEDE TEXTIELSTAD

Enschede Textielstad is opgericht door Annemieke Koster om de textielproductie terug te laten keren naar Enschede en de stad een transparante textielstad te maken en zo de ambacht terug te laten keren en de kennis te behouden, op een nieuwe, innovatieve manier. Enschede was tot de jaren ‘60 van de vorige eeuw een van de grootste textielsteden in Europa. In de jaren ‘60 verdween dit vanwege de snellere en goedkopere productiemogelijkheden in andere landen.

Enschede Textielstad is een duurzame, industriële weverij waar met natuurlijke en lokale garens stoffen voor de mode- en interieurindustrie worden gemaakt. Een van de doelen van de weverij is om zo lokaal mogelijk te werken en samen te werken met duurzame merken.

Ze ontwikkelen verschillende stoffen van gerecycled materiaal zoals PET, tencel, hennep en vlas. Enschede Textielstad produceert op aanvraag en is gespecialiseerd in gerecyclede materialen, door op deze manier te produceren worden er zo min mogelijk grondstoffen verspild.

FLOCUS

Flocus (Enschede), opgericht in 2014 door Jeroen Muijsers, produceert natuurlijke garens, vullingen en stoffen van kapok, een natuurlijke cellulose vezel afkomstig van het gedroogde fruit van de kapokboom. Deze boom kan groeien zonder pesticiden, insecticide of irrigatie en biedt een duurzaam alternatief voor bijvoorbeeld katoen gewassen waar veel water en chemicaliën voor nodig zijn om te groeien.

Hoewel kapok al lang wordt gebruikt bij de productie van textiel, moet het nog wijdverspreid worden. Dit komt doordat sommige kapok vezels erg kort zijn, waardoor ze op industriële machines moeilijk tot garen kunnen worden gesponnen. De innovatie van Flocus pakt dit pijnpunt aan door de langste, schoonste vezels te scheiden voor het spinproces. Kapok kan worden gebruikt om stoffen te maken en isolatiemateriaal om polly-vulling en -dons te vervangen.

Kapok vezel is een natuurlijk, biologisch afbreekbaar en veganistisch product, wat overigens niet eetbaar is. Door de productie en gebruik van dit product brengt Flocus niet alleen een duurzaam textiel op de markt, maar creëert ook werk in de lokale gemeenschappen waar kapok wordt verbouwd.

Op het grid worden een kapok pod, garen van kapok vezels en enkele textiel samples getoond. De textiel samples die Flocus produceert bestaan uit een combinatie van kapok vezel met andere duurzame vezels zoals organisch katoen, lyocell en gerecycled polyester.

HIP & HAPPY

Hip & Happy (Sneek) is het atelier waar Happy van der Heide duurzame objecten, producten en stoffen maakt. Happy heeft dertig jaar in de zorg gewerkt voor ze besloot haar hart te volgen en kunst te maken van afvalproducten. Bijna alle materialen die Happy gebruikt zijn natuurlijke grondstoffen uit haar nabije omgeving. Happy maakt leer van vishuiden die ze verzameld bij lokale vishandelaren. De huiden worden schoongemaakt, gelooid, soepel gemaakt en gekleurd met uitsluitend natuurlijke middelen.

Looien is het proces om huiden tot leer te maken, een techniek die al eeuwen ingezet wordt bij dierenhuiden. Happy past deze techniek toe om visafval in draagbare items te veranderen. Door de verse vissenhuiden schoon te maken en een aantal dagen in een natuurlijk looibad onder te dompelen verandert de huid in leer. Afhankelijk van de looi-techniek en de nazorg, wordt het leer zo flexibel of stug als gewenst en heeft het leer een uniek patroon door de schubben van de vis.

Hierbij worden drie soorten visleer getoond. De samples die getoond worden zijn zalmleer, palingleer en scharleer.

KNITWEAR LAB

Knitwear Lab (Almere) ontwikkelt technologische brei-applicaties. Ze combineren materiaalonderzoek met de meest recente technologie om prototypes te ontwikkelingen en in kleine getalen te produceren. Het Lab is gespecialiseerd in duurzame productiemethoden, gerecyclede garen, intelligent of ‘smart’ textiel en 3D breitechnieken. Er ligt een hoge nadruk op zero-waste productiemethoden wat mogelijk gemaakt wordt door 3D-breien en het creëren van designs uit één stuk, zonder verspilling van materiaal.

Ze werken samen met verschillende partners voor verschillende projecten. Zo is Chiengora een zachte, van hoge kwaliteit wol, gesponnen van de ondervacht van honden. Samen met Modus Intarsia hebben ze de breimogelijkheden van dit duurzame en ethische wol getest. Er zijn geen honden speciaal gefokt voor het produceren, het is een afvalproduct van hun dagelijkse borstel routine.

Het team van Knitwear Lab bestaat uit Thijs Verhaar, de founder, en co-founders Cherish Brouwer en Paul Felix, en verschillende knitwear programmeurs, sample-makers en content creators. De honden maken ook deel uit van het team, voor mentale support.

Van Knitwear Lab worden samples getoond van het ‘Sneature’ project in samenwerking met Emilie Burfeind, hiervan worden gebreide samples getoond die voor 70% bestaan uit poedel haar en 30% merinowol en samples die voor 50% bestaan uit kapok vezel en 50% uit Seacell.

LIVING COLOUR

Living Colour (Rotterdam) is een biodesign project waar natuurlijke textielverf opties worden onderzocht door middel van bacteriën die pigment produceren. Dit is een alternatief voor chemische en schadelijke synthetische verf, die op dit moment vaak gebruikt wordt.

Sommige bacteriën produceren natuurlijk pigment dat biologisch afbreekbaar is en vriendelijk voor zowel de natuur als mens en dier. Door middel van Living Colour willen Laura Luchtman en Ilfa Siebenhaar de noodzaak van interdisciplinaire samenwerking overbrengen, in dit geval de samenwerking tussen ontwerp en wetenschap. De naam Living Colour heeft een diepere betekenis, de kleuren leven echt, net als de organismen die het produceren.

In Cymatics Research hebben Laura en Ilfa onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om bacteriën in patronen te laten groeien en bloot te stellen aan verschillende geluidsfrequenties. Samen met geluidstechnicus Eduard van Dommelen hebben ze een geluidsinstallatie in het lab gebouwd, waar ze verschillende experimenten hebben uitgevoerd met verschillende frequenties, bacteriën en textiel. Tijdens het experimenteren bleek het textiel dat gelijkmatig en helemaal geverfd was een hogere verzadiging had dan textiel dat zonder geluid was geverfd, wat een diepere kleur geeft.

Op het grid wordt een foto van het Cymatics Research getoond, te herkennen aan de geverfde textiel samples in petrischaaltjes. Daarnaast worden er textiel samples van verschillend materiaal getoond die geverfd zijn met pigment van bacteriën. De materialen zijn viscose, bio katoen, ripstop en mesh.

MYCOTEX

MycoTEX (Soest), opgericht door Aniela Hoitink, is de naadloze productiemethode voor op maat gemaakte kleding van composteerbare paddenstoelwortels, beter bekend als mycelium.

MycoTEX kweekt eigen paddenstoelwortels met weinig water en zonder chemicaliën. De kleding kan op aanvraag worden gekweekt en is volledig biologisch afbreekbaar. Deze productiemethode lost een aantal problemen binnen de mode-industrie op. Het verlaagt de kosten, het afval en de arbeidsintensiteit van snij- en naaibewerkingen. Het vervangt kunststoffen en leer door composteerbare materialen en verbetert het comfort en de pasvorm. De naadloze productiemethode is mogelijk door de exacte hoeveelheid mycelium die nodig is op een mal te plaatsen, waardoor ook textielafval verminderd wordt. Na de vervaardiging gebruikt MycoTEX biologisch afbreekbare kleurstoffen om het textiel te kleuren, zodat het kledingstuk biologisch afbreekbaar blijft.

Aniela Hoitink, oprichter van MycoTEX en NEFFA (Net Effe Anders), heeft ervaring in commerciële mode en mode innovatie en heeft als doel, de manier waarop we kleding en textiel gebruiken en produceren, te veranderen. In haar onderzoek richt ze zich op de natuur als inspiratiebron en zoekt ze naar oplossingen op het kruispunt van textiel, technologie en microbiologie.

Van MycoTEX laten we een sample zien van groeiend mycelium en een mycelium textiel sample.

MYLIUM

Mylium (Wageningen) is opgericht in 2018 door Iris Houthoff. Iris heeft een achtergrond in Bioprocess Engineering, het team bestaat voor de rest uit schimmel en biotechnologie experts, ze delen allemaal een passie voor schimmels en hebben de ambitie om nieuwe, duurzame materialen te introduceren.

Mylium produceert stoffen gemaakt van mycelium, van de wortelstructuur van paddenstoelen en wordt dusdanig geproduceerd dat er niets wordt verspild. Mycelium wordt al eeuwen gebruikt voor eten en medicinaal gebruik, maar in het afgelopen decennium is aandacht gekomen voor de potentie van mycelium als alternatief voor leer. Mylium introduceert de kracht van de schimmel in meer flexibele materialen. Mycelium gebruikt landbouw resten om te groeien en vormt een draadachtige structuur. Deze draden strekken zich uit, vertakken zich en weven samen om een natuurlijk geweven vel te vormen. Myceliumplaten zijn lichtgewicht en flexibel, ze hebben een schuimende textuur, ze isoleren en hebben een aantrekkelijke zijdeachtige look en touch. Het resultaat is een natuurlijk gekweekte stof met een combinatie van kwaliteiten zoals leer, zijde en wol, maar er komen geen dieren aan te pas.

 

STEXFIBERS

Stexfibers (Arnhem), opgericht door Ben Ratelband, heeft een techniek ontwikkeld om hennepvezels te verzachten zodat deze verwerkt kunnen worden tot een hoogwaardige textiel. Hennep is qua productieproces gezien milieuvriendelijker dan bijvoorbeeld katoen. De productie van katoen verbruikt ongelofelijk veel water en chemicaliën. Hennep heeft geen van deze problemen. In samenwerking met de Universiteit van Wageningen heeft Stexfibers de bestaande techniek genaamd Steam Explosion op zo’n manier aangepast dat de hennep vezels na de behandeling gesponnen kunnen worden op bestaande spin apparatuur met hoge kwaliteit textiel als resultaat.

Duizenden jaren geleden werd de stengel van hennep al gebruikt voor het maken van touw, textiel en papier. De zaden van de plant bevatten voedende olie die gebruikt werd om lampenolie, zeep en verf te maken. Hennep houdt warmte beter vast dan katoen, neemt meer water op dan katoen en is een stuk sterker dan katoen.

We laten hierbij samples zien van hennepscheven, 70% van de hennep stengel bestaat namelijk uit hout. De andere 30% van de stengel zijn vezels. Er worden twee soorten vezels getoond, vezels voor en na deze door de Steam Explosion techniek behandeld zijn. Daarnaast worden er stukjes textiel getoond, deze denim, wol en vilt samples zijn ook behandeld met Steam Explosion.

WOLKAT

Wolkat is een internationale groep familiebedrijven waar het volledige proces van textielrecycling plaatsvindt. Het textiel wordt ingezameld, gesorteerd, gerecycled en opnieuw geproduceerd tot recycled product onder één dak.

Inmiddels is de derde en vierde generatie werkzaam bij Wolkat met Philip Boumans en zijn dochter Kimberley van der Wal aan het roer. Met het circulaire proces willen ze niet alleen textiel optimaal valoriseren zoals ze dat vroeger ook deden maar ook de wereld duurzamer maken voor een betere toekomst.

Kimberley is geïnspireerd door haar vader die ‘afval’ een verboden woord vindt en gelooft dat elk stukje textiel hergebruikt of gerecycled kan worden, waarmee hij eerst voor gek werd verklaard. Hij bleef doorwerken om zijn visie werkelijkheid te maken, wat zich heeft geuit in het totaal geïntegreerde proces waar ook hoogwaardig sorteren onderdeel van is. Hierdoor kan een gerecycled product zonder kleurstoffen of chemicaliën opnieuw worden gemaakt.

Wolkat zamelt allerlei soorten textiel in, zelfs dat van lagere waarde wordt ingezet. Het wordt gesorteerd, schoongemaakt, recycled en gesponnen om geweven en gebreide producten te maken. Het meest laagwaardige textiel eindigt in non woven producten. Met deze producten en het sorteren van tweedehands textiel wordt 94-96% van het afgedankte textiel verwerkt tot tweedehands textiel of duurzaam product.

Van Wolkat worden zowel geweven samples als non-woven samples getoond. De non-woven samples, beter bekend als vilt, zijn gemaakt van het meest laagwaardige textiel en bestaan voor 45% uit acryl, 45% is polyester en 10% uit andere vezels.