Tricia Nganga Mokosi

Dit interview is gemodereerd door Shaquille Shaniqua Joy.

In oktober 2022 opende het Fashion for Good Museum in Amsterdam de lopende tentoonstelling Knowing Cotton Otherwise. Omdat katoen een zeer gelaagd en veelzijdig onderwerp is, besloten de curatoren het doorlopende gesprek weer te geven via een tentoonstelling die evolueert en daarom in drie fasen wordt ontwikkeld. In februari van dit jaar opende het museum de deuren van de tweede fase, getiteld Bodies of Work, met toegevoegde installaties die verwijzen naar zowel menselijke als niet-menselijke entiteiten.

Tricia Nganga Mokosi is een van de kunstenaars die heeft bijgedragen aan het tweede hoofdstuk van de tentoonstelling met een installatie genaamd Everything, everywhere all at once. Die bestaat uit vier outfits gemaakt met behulp van tweedehands- en gevonden katoenen materialen. Als ontwerper, stylist, art director en model is Tricia, die in Amsterdam woont, net zo veelzijdig als de vier looks die ze heeft gemaakt. Voor haar is het bijna moeilijk om één ding te kiezen dat ze graag doet, omdat ze graag “creëert in de breedst mogelijke zin”, vaak met betrekking tot mode. Een voorbeeld is het Afrikaanse masker dat ze voor zichzelf maakte. Vervolgens zagen twee kunstenaars haar handwerk en vroegen de ontwerpster maskers voor hen te maken. Daarnaast heeft Tricia, die haar stijl als eclectisch omschrijft, onlangs twee projecten afgerond als ontwerpster van theaterkostuums. Ze legt uit: “Ik doe veel dingen, maar het belangrijkste is dat ik met mijn handen creëer,” wat ze beschrijft als meditatie. Omdat ze een piekeraar is, zegt ze dat creëren “het loslaten van dingen die opgekropt zitten” is. 

Het maken van outfits van gevonden katoenen materialen voor artiesten bleek een uitdaging te zijn. Werken met katoen in zijn oorspronkelijke staat betekent werken met een stug materiaal. Het feit dat deze outfits gemaakt moesten worden voor dansers, die gewend zijn op te treden in nauwsluitende of elastische kleding, dwong Tricia om buiten de gebaande paden te denken. Ze zegt: “Daarom moest ik sommige stukken bewerken om ze soepeler te maken.” Hoewel ze met sommige stukken worstelde, vertelt ze ook dat de ervaring haar heeft laten zien waar ze toe in staat is.

Het hergebruiken en bewerken van materialen in haar creaties gebeurde organisch toen ze kledingstukken had die goed pasten en er leuk uitzagen, maar die volgens haar nog iets misten. Vanaf dat moment begon ze sommige van haar kledingstukken te bleken en stof toe te voegen aan de zijkanten van broeken, wat leidde tot het verknippen van kledingstukken. Daarna ging ze actief op zoek naar kleding om er nieuwe stukken van te maken. Voor Tricia is het werken met restmaterialen een bron van inspiratie en een uitdaging die haar leidt tot het creëren van “authentiekere stukken”. Ze zegt: “Er is minder afval en ik haal meer voldoening uit het proces,” dat ze beschrijft als een lang proces waarbij ze geniet van iedere stap.

Aan het begin van dit project waren haar gedachten vooral gericht op de artiesten en het maken van de perfecte looks voor hen, maar gaandeweg realiseerde ze zich dat het het beste is om dat los te laten en met het materiaal te werken. Het gaf haar meer ruimte om verschillende mogelijkheden te verkennen. De regel om slechts één materiaal te gebruiken zorgde ervoor dat ze zich concentreerde op texturen, bijvoorbeeld door converse sneakers te veranderen in korsetten en een gehaakte deken om te vormen tot een top en een hoofddeksel. Wat Tricia intrigeert aan een tweedehands kledingstuk is “alle handen die het eerder hebben aangeraakt en gedragen” en die het stuk meerdere levens geven door er betekenislagen en energie aan toe te voegen.

Dat de vier looks niet alleen in het museum te zien zijn, maar ook tot leven komen als kostuums voor de dansers tijdens de openingsvoorstelling voelde goed, omdat het publiek de stukken in beweging zag. Dit beschrijft Tricia als een “ander perspectief dan wanneer je ze statisch ziet”. Het versterkt de verhaallijn omdat, voor haar, “elke look een personage is, en de dansers belichaamden die echt en brachten ze tot leven.” Ze vervolgt: “Ik ontwerp altijd voor Zwarte lichamen, ik ontwerp altijd voor mensen die op mij lijken, dus het was leuk om de kans te krijgen om looks te maken die misschien onverwacht zijn, want vaak gaan mensen bij het ontwerpen voor Zwarte lichamen en het werken met katoen voor denim, en ik wilde geen vier denim looks maken.”

De basis van haar inspiratie is altijd Afrikaanse spiritualiteit, metafysica en natuur, maar ook identiteit en zelfexpressie. De kleuren en technieken die zij gebruikt, weerspiegelen dit in de vorm van een passievol rood, zuiverend wit en drapeertechnieken. De mensen met wie ze zich omringt en die ze om feedback vraagt, vormen een andere bron van inspiratie. Voor Tricia creëert samenwerking en werken met mensen uit haar community een gevoel van veiligheid en maakt het communiceren gemakkelijker. Aan het einde van ons gesprek zegt ze dat het erop neerkomt dat “het fijner is om bepaalde doelen te bereiken als je kunt zeggen: dit heb ik met mijn mensen gedaan.”

Conversatie for Good